Het transport door de lucht wordt tegenwoordig voornamelijk door vliegtuigen uitgevoerd. De geschiedenis van de luchtvaart laat echter zien dat het gemotoriseerde vliegverkeer een betrekkelijk nieuw fenomeen is. In 1903 vloog het eerste gemotoriseerde vliegtuig 800 meter en deed daar ongeveer een minuut over. Drie jaar daarvoor had de LZ1 zeppelin, die over twee Daimler motoren beschikte, echter al een korte luchtreis van achttien minuten gemaakt. Wegens mechanische storingen moest deze vlucht helaas worden afgebroken.
De zeppelin behoort, in tegenstelling tot het vliegtuig, tot de categorie luchtschepen. Een luchtschip kan beschouwd worden als een voortzetting van de heteluchtballon, een 18e eeuwse uitvinding van de broers Montgolfier. Ongeveer honderd jaar later, in 1891, kreeg Ferdinand Graf von Zeppelin (1838-1917) het idee om een ‘bestuurbare luchtballon’ te bouwen. Dit werd uiteindelijk een star, sigaarvormig toestel dat met waterstof – dat lichter dan lucht is – gevuld werd om het van drijfvermogen te voorzien. Voorts werden er enkele motoren aan het toestel bevestigd. De bouw van de eerste zeppelin nam veel tijd in beslag, mede doordat men destijds nog niet de beschikking had over praktische bedrijfswagens, die via https://www.worksystem.nl op een slimme manier ingericht kunnen worden. Maar in de zomer van het jaar 1900 was het eindelijk zover: de eerste zeppelin vloog door de lucht. Het prototype LZ1 zou nog vele opvolgers krijgen. Na de experimentele fase werden deze luchtschepen aanvankelijk ingezet om passagiers te vervoeren, maar al gauw werden de toestellen ook gebruikt voor militaire doeleinden.
De LZ127, ook wel de Graf Zeppelin genoemd, was in 1928 gereed om te vliegen. Het was een gigantisch groot luchtschip, vandaar de bijnaam ‘reus van de lucht’. Onder de romp van het toestel bevond zich een gondel waarin de passagiers plaats konden nemen tijdens de reis. Met dit enorme luchtschip werden talloze vluchten over de hele wereld ondernomen.